[ Object ] bij: [ Tekst ] doen: [ Taak ]

☞ q ≔ Object nieuw.
q bij: “abc:” doen: { :p
⚿ abc ≔ p.
}.
q bij: “abc” doen: { ↲ ⚿ abc.
}.
☞ a ≔ q nieuw abc: “123”.
✎ schrijf: a abc, stop.
123